Het Latijnse woord musculus betekent ‘muisje’. Het is een verkleiningsvorm van mus ('muis'). Het woord ging ook ‘ spier’ betekenen, omdat het vlezige gedeelte van de spier enigszins op een muis lijkt en misschien ook omdat spieren die onderhuids bewegen, doen denken aan een rennende muis. Het Engels en Duits hebben muscle en Muskel in deze betekenis aan het Latijn ontleend. De afleidingen musculair en musculeus zijn via het Frans in het Nederlands gekomen.
Een andere betekenis van het Latijnse musculus was ‘mossel’, alweer vanwege de gelijkenis in vorm. Aan dit musculus danken we ons woord mossel.
Het Nederlandse woord muis is etymologisch verwant met het Latijnse mus. Hoe de muis van de hand aan zijn naam is gekomen, is in het licht van het voorgaande niet moeilijk te raden.